zondag 4 november 2007

Klein duimpje daagt skireuzen uit


Tussen skireuzen als Val d'Isère en Les Arcs valt het dorpje Sainte Foy amper op. Een overzichtelijk gebied voor gezinnen, maar ook een prima plek om buiten de piste te gaan.


Er was eens, niet eens zo lang geleden, een klein Frans dorpje in de Savoie dat graag groter wilde groeien. De anderhalve man en een paardenkop die er nog woonden, konden amper rondkomen van jaar in, jaar uit noest boeren, kneuteren en in de grond wroeten. En 's winters was het helemaal armoe troef. Sneeuw zat, daar in Sainte Foy, maar die lag er vooral mooi te zijn, want skiën deed iedereen bij de bekende grote buren: Val d'Isère, Tignes en Les Arcs.

En toch werd in het dorpje besloten om liften te bouwen, om wintersporters te lokken. Bijna iedereen lachte die domme boeren uit. Want wie wil er nou gaan skiën in zo'n gat, dat bijna in de schaduw ligt van die wereldberoemde buren? Dat is bijna net zoiets als een nieuwe speeltuin openen naast de Efteling. Wie gelooft daar in?

Off-piste kunt skiën

Toch gingen vijftien jaar geleden de felbegeerde skiliften open en slalomden de eerste wintersporters omlaag van de Col de l'Aiguille (2620 meter). Gestaag is het gebiedje verder uitgebreid. In totaal ligt er nu zo'n 45 km piste. Ontelbaar veel groter is het aantal kilometers off-piste. Maar kun je daarmee een lange neus trekken naar de grote buren, die ieder voor zich een veelvoud aan kilometers piste hebben?

''Oh jawel,'' grijnst Laurent, directeur van de plaatselijke skischool. ''Ze komen zelfs vanuit de buurt, omdat je nergens beter off-piste kunt skiën dan hier.''

Om dat te bewijzen, neemt hij ons de volgende dag mee de berg op. De geprepareerde pistes laten we links liggen. Wij trekken buiten de gebaande paden door de poedersneeuw het ene na het andere unieke spoor.

Gelukkig is Laurent onze gids, want in je eentje verdwaal je. We glijden langs ondergesneeuwde meertjes (oppassen!) en eeuwenoude berghutjes en imposante bergtoppen. Zo mooi en gladjes hebben we in al die jaren nog niet geskied.

Idyllische verrassing
Helemaal aan het eind wacht nog een idyllische verrassing: Le Monal. Een historische enclave bestaande uit een kerkje met wat oude huizen en stallen. Een onbewoond paradijsje, dat laat zien hoe mensen hier honderden jaren geleden gewoond en geleefd moeten hebben. Wie nog wat plaatjes voor kerstkaarten wil schieten, kan hier zijn hart ophalen.

En als dan aan het eind van de schitterende dagtocht plotseling een lammergier over onze hoofden heen zweeft, wordt iedereen helemaal stil. Zo'n vogel, zo groot en zo dichtbij, met witte Alpen als decor, het is amper te geloven. Maar soms heb je dat. Dat alles, heel even maar, klopt.

's Avonds bij Chez Merie in het naburige dorpje Le Miroir kookt de oude Merie voor de voldane off-pisters de sterren van de hemel. Het is alsof je op zondag weer bij oma aanschuift.

Eerst is er voor alle gasten een aperitiefje rondom de enorme open haard. Die doet tevens dienst als giga oven want op enorme roosters en grote leistenen liggen lamsbouten en lappen vlees te garen. We kunnen urenlang tafelen en genieten.

En Merie blijft maar lopen.

Val d'Isère/Tignes
Voor een evenwichtig oordeel over het gebied en ter vergelijking gaan we de volgende dag toch even bij die grote buurman kijken: Val d'Isère/Tignes. Het is minder dan een half uurtje rijden en is een reus in vergelijking met Sainte Foy.

De pistes zijn er meteen ook een stuk drukker en voller. En gevaarlijker. Na een uur worden we door een dolle Deen compleet van onze sokken geskied. Is het toeval, voorzienigheid of toch een sprookje dat we juist nu, voor het eerst in twintig jaar, een skihelm dragen? Voortaan hoort de skihelm bij de standaarduitrusting.

Het skiplezier in dit onmetelijke gebied lijdt er de rest van de dag wel wat onder. Met pijn in nek, rug en kont valt het niet mee om intens te genieten van de ontelbare pistes en uitdagingen van dit gebied.

Nee, geef ons dan toch maar dat pietepeuterige Sainte Foy, met maar vijf liften en circa veertien verschillende afdalingen. Die kun je na een paar dagen wel zo'n beetje dromen, maar dat maakt de skipret er niet minder om.

En anders stap je toch gewoon even buiten de pistepaaltjes, want daar is ruimte genoeg voor onverwachte afdalingen en avonturen.

Voordeel is ook dat alle afdalingen uitkomen in het dorpje zelf. Verdwalen zul je hier niet gauw. En voor gezinnen is dat ook wel een geruststelling. Zoon- of dochterlief kan nergens naar toe.

Dorps en authentiek

Dat geldt ook wel een beetje voor Sainte Foy zelf. In vijftien jaar is het boerengat weliswaar gigantisch gegroeid (2.500 bedden, het moeten er de komende jaren 5.000 worden), maar de sfeer is gebleven. Ondanks alle nieuwe chalets oogt het nog erg dorps en authentiek. En wie een stukje omhoog wandelt, zit zo weer tussen de alleroudste boerderijen, waar de koeien op stal staan en stapels haardhout liggen.

Als herinnering aan de tijd dat Sainte Foy nog echt een klein duimpje was.

Vrij sneeuwzeker
Sainte Foy in de Savoie ligt tegen de Alpen op een hoogte tussen 1550 en 2620 meter. Het skidorpje ligt in een soort kom, waardoor het vrij sneeuwzeker is. Voordeel daarvan is dat de liften ook bij harde wind of storm kunnen blijven draaien. Het gebied telt vijf liften en in totaal veertien afdalingen (drie blauw, acht rood, drie zwart), goed voor zo'n 45 kilometer piste. Het aantal kilometers off-piste is vele malen groter.

Sainte Foy ligt op ongeveer 1100 kilometer van Utrecht en is per auto gemakkelijk bereikbaar. Ook met de trein, want het eindstation van de ski-Thalys, Bourg St. Maurice, ligt op een half uurtje rijden.


Bron:www.parool.nl

Geen opmerkingen: