maandag 27 augustus 2007

Hans Kammerlander, een fenomeen uit Zuid tirol


Hans Kammerlander:

geboren 1956
Woont in Zuid-Tirol/Italië
Behoort tot de elite van de super-alpinisten, lid van het Sector No Limits team van extreem-sporters
Houder speed record basiskamp-top Everest 16 uur 40 minuten
Verkent de grenzen van het onmogelijke
Nieuwe project en ultieme droom: van de top van de K2 -de berg der bergen- naar het basiskamp skiën, de K2 geldt door zijn hoogte en steilheid als de moeilijkste berg ter wereld.

Beklimmingen

1983 Cho Oyu, 8202 m
1984 Hidden Peak (Gasherbrum I), 8068 m
1984 Gasherbrum II, 8035 m
1985 Dhaulagiri, 8172 m
1985 Annapurna, 8091 m
1986 Makalu, 8481 m
1986 Lhotse, 8516 m
1990 Nanga Parbat, 8125 m
1994 Broad Peak, 8048 m
1996 Shisha Pangma, 8012 m
1996 Mount Everest, 8844 m
1998 Kanchenjunga, 8586 m
2001 K2, 8611 m
In dit rijtje mist alleen de Manaslu, 8163 m.


Een bescheiden mens of Het sprookje van de kleine bergbeklimmer


Hans Kammerlander is in landen als Italië, Oostenrijk en Duitsland een beroemdheid. Op zijn conto staan de beklimmingen van 12 bergen hoger dan 8000 meter. Allemaal veroverd zonder gebruik te maken van zuurstofflessen. Van veel van deze toppen daalde hij af op ski's. Met de wereldberoemde Reinhold Messner vormt hij in de jaren tachtig een super duo. Een tandem van 's werelds twee sterkste expeditieklimmers. Samen met Messner beklimt hij de twee achtduizenders Gasherbrum I en Gasherbrum II in de Pakistaanse Karakoram. Achter elkaar, van top naar top, zonder gebruik te maken van tussenkampen of hoogtedragers. Reinhold Messner beschouwt dat later als het hoogtepunt in zijn klimcarrière. Onsterfelijk wordt Hans Kammerlander met zijn solobeklimming van de Mount Everest om er vervolgens weer vanaf te skiën. De redactie verwachte een beer van een vent te ontmoeten, een persoonlijkheid die zijn omgeving overheerst. Als we het café van het hotel inlopen zien we hem zitten. Klein, tanig. Met rustige ogen wacht hij onze eerste vraag af. Zijn antwoorden zijn nuchter. Hij straalt bescheidenheid uit. Het lijkt of hij al zoveel situaties heeft overleefd dat bescheidenheid zijn tweede natuur geworden is. Hans Kammerlander: de man die zijn extreme grenzen kent. Een alpinist die telkens weer op zijn ski's uit de 'zone des doods' ontsnapt. De natuur heeft hem gevormd tot een bescheiden mens.

De oorsprong van zijn bergverslaving is een jeugdervaring die hem uiteindelijk zou vormen tot één van 's werelds beste expeditieklimmers.
Hans Kammerlander : "Toen ik een jaar of acht was vroegen twee toeristen in het dal in Zuid-Tirol waar ik woonde naar het pad om op de berg achter ons dorp te komen. Ik vertelde ze het maar ik werd zelf ook nieuwsgierig naar de berg. Toen besloot ik om buiten zichtbereik van de twee toeristen mee omhoog te gaan. De school heb ik die dag niet gezien. Het was een dag vol geheimen en spanning. Ik wist toen niet dat ik een weg ingeslagen had die me stapje voor stapje verder zou voeren en die me uiteindelijk op de top van de Everest zou brengen. Het is in de loop der jaren een natuurlijke verslaving geworden. Om die wonderbaarlijke dag toen ik acht jaar was telkens opnieuw te beleven moest ik door de ervaring en routine die ik opdeed de lat steeds hoger leggen. Ik ging steeds hoger en extremer klimmen. Maar ik geloof dat mijn beklimming van de Everest niet een bijzonderder gebeurtenis voor mij was dan de beklimming van de berg bij mijn dorp toen ik acht jaar oud was."


Impossible?


De carrière van Kammerlander kenmerkt zich door de rode draad van de hoogste toppen in de Himalaya te beklimmen en ze weer af te skiën. Op die manier combineert hij twee hobbies die hem al in zijn jeugd fascineerden. Met zijn ski's daalt hij door de ijle lucht en over de steile ijsflanken vanonder meer de Makalu (8463 meter), Nanga Parbat (8126 meter) en Broad Peak (8051 meter) af. Met als kroonstuk dus de ski-afdaling van de Mount Everest in 1996. Hans Kammerlander: "De ski-afdaling van de Nanga Parbat was moeilijker dan die van de Mount Everest. De hellingshoek was veel steiler. Daarentegen was de beklimming lang niet zo inspannend als die van de Moun Everest. Er bestaat een hoogteverschil van meer dan 700 meter tussen beide toppen. Dat is een verschil tussen dag en nacht wanneer je zonder hulp van zuurstofflessen klimt. Als je eindelijk op de top van zulke hoge bergen staat ben je doodmoe. Ik moet mezelf dan overwinnen om aan de ski-afdaling te beginnen. Je bent uitgeput dus de concentratie en het reactievermogen zijn niet meer 100 procent aanwezig. Als je één keer valt heb je door de steilheid van de wand weinig overlevingskansen. Ik ben echter steeds op zoek naar echt avontuur. En echt avontuur zonder risico's zal er nooit zijn. Maar je moet altijd voorzichtig blijven binnen de grenzen van je ervaring. Achter je grens is er geen speelplaats meer. Voorzichtig maar ook positief denken is belangrijk."


Charlatans van de Everest

De weg van Hans Kammerlander verliep van de berg bij zijn dorp via de moeilijkste wanden van de Alpen naar de achtduizenders van de Himalaya. Die geleidelijke opbouw van ervaring lijkt tegenwoordig door veel expedities in de Himalaya, waarbij men zich als teamlid kan inkopen, overgeslagen te worden. Hans Kammerlander: "Ik organiseer als berggids ook zelf expedities voor klanten. Maar ik ga alleen maar naar de lagere bergen. Ik voer de expedities in een sportieve sfeer uit en verlang van de deelnemers een sportieve instelling. Nog niet voor al het geld in de wereld, nooit, zou ik mensen de Mount Everest willen verkopen. De sherpa's worden op zulke expedities opgejaagd als slaven. De commerciële expedities misbruiken eenvoudigweg de dragers. Het is een schandalige manier om de berg te overweldigen. De mensen die de Mount Everest in hun folder hebben staan zijn bijna allemaal charlatans. Het zijn klimmers van de tweede categorie. De eerste categorie organiseert niet zulke stommiteiten omdat ze veel te veel angst hebben voor de hoge bergen. De tweede categorie riskeert het. Ik ga met mijn klanten niet boven de 8000 meter uit. Ik kan vanaf een bepaalde hoogte niet meer goed functioneren voor mijn klanten omdat ik dan zelf ook moe ben. 65.000 dollar per deelnemer voor een Everest-beklimming… Bij mij gaat het licht dan uit! Ik ben er zeer tegen. En bovendien klimmen ze allemaal met zuurstofflessen. En een beklimming met zuurstof is geen echte beklimming. Je degradeert de berg en maakt hem eigenlijk duizend meter lager. Bovendien worden de bergen door het achterlaten van alle lege zuurstofflessen vervuild. Gebruik van zuurstof is doping op een berg. Ook de sherpa's worden op dergelijke expedities misbruikt door ze vaak als eersten gevarenzones in te sturen. Dat er een Nederlandse commerciële expeditie in 2000 naar de Mount Everest vertrekt vind ik waanzinnig! Men had toch moeten leren van Rob Hall en Scott Fischer (red. de Everest-tragedie in 1996 waarbij acht mensen van gegidste, commerciële expedities om het leven kwamen). Het is veel te gevaarlijk daar. De Mount Everest is een veel te grote berg voor gegidste commerciële expedities."



De dood


Tijdens zijn meer dan 2000 beklimmingen is Hans Kammerlander vaak geconfronteerd geweest met de dood. Uiteraard ook bij zijn beroemde beklimming en ski-afdaling van de Everest. Hans Kammerlander: "Ik wist bij mijn beklimming van de Everest dat ik op de verongelukte klimmers zou stuiten. Door te besluiten niet door te gaan help ik hen niet meer. Helpen of bergen is sowieso onmogelijk. Ik had zo vaak bij de bergreddingsdienst doden en zwaar gewonden gezien dat het me bij de Everest-beklimming hielp om m'n gevoelens uit te schakelen. Het zijn onaangename momenten dat is duidelijk. Ook was ik zo moe dat het ik het vinden van de doden niet zo dramatisch beleefde als het in de werkelijkheid buiten de zone des doods is."

Tactiek

De zone des doods… Boven de 8000 meter is de lucht zo ijl dat klimmers er maar relatief kort kunnen verblijven. De klimmer slaapwandelt er als het ware naar de top. Geteisterd door vermoeidheid moet hij of zij het lichaam omhoog dwingen. Hoestbuien veroorzaakt door de ijle en koude lucht kunnen gebroken ribben tot gevolg hebben. De geest neemt niet goed meer waar. Een kleine misstap betekent de dood. Bij slecht weer is die dood heel dicht nabij. Op elk moment kan hoogteziekte toeslaan. Het slachtoffer verdrinkt doordat z'n longen gevuld raken met vloeistof. Hoe wapent Hans Kammerlander zich tegen die mensvijandige 'alien' wereld? Hans Kammerlander: "Ik beklom de Mount Everest in een record tijd van 16 uur en 40 minuten vanuit het basiskamp. Dat kon ik doen omdat ik zonder bepakking klom. Ik had naast m'n klimspullen en ski's alleen een isolatiefles thee bij me. Bovendien had ik de week voor de Everest-beklimming al een lagere achtduizender, de Shisha Pangma, beklommen. Ik heb van te voren m'n tactiek afgestemd op tempo. Ik had goede sneeuwomstandigheden waardoor ik snel kon klimmen. Tactiek is de grote sleutel tot succes. Wij, extreem-alpinisten, zijn niet in de loop der jaren sneller geworden dan onze voorgangers. Je moet een zwakte van de berg zien te vinden en dan snel zijn. Niet zware lasten omhoog dragen maar juist zo kort mogelijk in de zone des doods verblijven. Maar ook moet je bij zo'n spel onmiddellijk omdraaien als het bijv. door lawinegevaar niet gaat. Sponsorbelangen tellen op dat moment niet voor mij. Ik ben dan psychisch helemaal onafhankelijk."


De absolute grens van het mogelijke


Met een indrukwekkende lijst aan beklimmingen, ondermeer 12 van de 14 achtduizenders, dacht de redactie dat Kammerlander in de race was om ze allemaal in zijn unieke stijl te beklimmen. "Nou neuh, niet echt." antwoordt Kammerlander of we het hebben over een simpele droomwens van de gemiddelde mens om ooit op de top van de Mont Blanc te staan. "De K2 (red. één na de hoogste berg ter wereld, 8616 meter) wil ik doen. Ik was deze lente op de K2 maar ik kwam met m'n ski's maar tot 6800 meter hoogte. Ik ben zonder ski's doorgeklommen maar 150 meter onder de top moest ik vanwege lawinegevaar omdraaien. Nu wil ik terug. De K2 is mijn laatste grote droom. Ik dacht dat die afdaling pas geschikt zou zijn voor een nieuwe generatie topklimmers. Maar ik denk dat ik een ski-afdalingsmogelijkheid heb ontdekt. Als me dat lukt, om met ski's van de top van de K2 af te dalen, ben ik de gelukkigste mens ter wereld. Dan heb ik de absolute grens bereikt van wat nu, binnen het alpinisme en skiën op grote hoogte, mogelijk is. Daarna ga ik eenvoudigere bergen opzoeken! En als ik zestig ben ga ik rustige bergwandelingen maken. En wie weet koop ik een pijp en drink daarbij gezellig een glas wijn. Kein Problem!"

Uit:www.xtreme.nl

'Oorlog over water? Ja, hier bij het Gardameer'



SIRMIONE - "Wij zijn minder belangrijk dan meloenen. Ons water wordt weggepompt voor die van beneden, we hebben er niets over te zeggen." Dat zegt Giordano Signori, wethouder van Financiën en Toerisme van Sirmione, de beroemdste badplaats van het Gardameer. Van een crisis is geen sprake, bezweert Signori.

Het plaatsje Sirmione, gelegen aan de zuidkant van het Gardameer waar het water blijft zakken. Het Gardameer trekt jaarlijks 20 miljoen toeristen, Sirmione krijgt er alleen al meer dan een miljoen. "Wij weten het hier te organiseren. Uit alle tests blijkt dat ons zwemwater nog goed is. Maar het gevecht is zwaar en niet eerlijk.". Op de uiterste punt van Sirmione is te zien wat er gaande is. Er wordt gezond op steigers die staan op wit kalksteen. Het meer is op sommige plaatsen honderd meter ver weg. Een wandeling naar de restanten van het Romeinse termencomplex van Catullo kan vandaag zonder natte voeten. Een Russische toerist fotografeert zijn vrouw in de avondzon ver uit de kust bij een koppel zwanen. Romantisch, maar het klopt niet.

De watermeter bij Peschiera, net als Sirmione aan de zuidzijde van het meer, staat op tien centimeter. Een record. De afgelopen weken is het niveau hier bijna een anderhalve meter gezakt.

Even verderop staat de boosdoener: de dam die de afvoer sluit naar de rivier de Mincio. Een grote kraan die wordt opengezet om een elektriciteitscentrale te voeden, maar vooral de landbouwgronden rond de Po, een rivier die momenteel laagterecords breekt.

De AIPO, het interregionale orgaan dat beslist over de in- en afvoer van het water van het Gardameer, kiest volgens iedereen hier steevast voor de landbouw. "Het is een lobby, die het geen donder uitmaakt wat er boven gebeurt", zegt wethouder Signori.

Klagende toeristen zijn er weinig. "We hebben altijd nog het zwembad", zegt een jonge Duitser. Niemand wil praten over afzeggingen.

De belangen lopen uiteen, zegt schrijver/journalist Tulio Ferri, die 27 boeken wijdde aan het meer. Garda is volgens hem een kunstmatig bassin geworden, met een kraan boven en beneden. "Boven leveren rivieren als de Sarca water uit de Alpen, maar daar ligt geen sneeuw meer. Er is uitgerekend wat er in en uit mag, maar dat is op basis van economische belangen." De natuur en het eco-systeem zijn volgens Ferro het kind van de rekening. Door de lage waterstanden planten vissen zich niet voort en verdwijnen broedgebieden van vogels.

Bron:Eelco van der Linden voor PZC

Tiroolse Boekweittaart




Ingrediënten:
200 g boter
200 g suiker
6 eieren
200 g boekweitmeel
200 g gehakte hazelnoten
3 grof geraspte appels
1 pakje bakpoeder
wat geraspte citroenschil

Boekweittaart

Roer de zachte boter met de helft van de suiker schuimig. Splits de eieren en voeg de 6 eierdooiers één voor één aan het mengsel toe. Doe het boekweitmeel, gehakte hazelnoten, geraspte appels, bakpoeder en de geraspte citroenschil erbij en kneed alles goed door elkaar. Sla de 6 eiwitten met de rest van de suiker stijf en schep dit voorzichtig door het beslag. Schep het beslag in een ingevette, met bloem bestoven springvorm (28 cm doorsnede) en bak de taart in een voorverwarmde oven op 180°C in ca. 40 minuten gaar. Laat de taart afkoelen en snijd hem horizontaal door, zodat u twee lagen krijgt. Besmeer de helften met cranberryjam en leg de helften weer op elkaar of serveer de taart met cranberryroom.