donderdag 3 januari 2008

Lidy neemt de gipsvlucht naar huis


Door DÉNIS VAN VLIET


INNSBRUCK/ROTTERDAM
- Oostenrijkse hulpverleners hebben dit seizoen hun handen vol aan
Nederlandse wintersporters die zijn gevallen. Het relaas van en
onfortuinlijke wintersportster



afbeelding vergroten

Lidy Goudswaardt wordt naar het vliegtuig gebracht. FOTO DENNIS VAN VLIET

Het Oostenrijkse bergdorpje Bizau slaapt. Alleen in een pensionnetje hoog in
de bergen brandt nog licht. Hier verblijft Lidy Goudswaardt uit Hensbroek
(N-H).

De 56-jarige wintersportster heeft tijdens het skieën haar schaambeen
gescheurd. Ze moet daarom zo snel mogelijk naar Nederland worden vervoerd
met een gipsvliegtuig. Liggend, want zitten mag ze niet vanwege haar
blessure.

Enig probleem is dat het vliegveld van Innsbruck, vanwaar om negen uur 's
ochtends een gipsvlucht richting Rotterdam vertrekt, dik 200 kilometer
verderop ligt. Gelukkig is daar de ambulancecentrale van Innsbruck: twee
chauffeurs van deze maatschappij zijn in het holst van de nacht naar Bizau
vertrokken om Lidy op te halen. Haar man Fred en dochter Liselotte wachten
de ambulancerijders op.

Behendig helpen de twee Lidy de ambulancetaxi in. Na een emotioneel afscheid
van haar man en dochter vertrekt de taxi weer richting Innsbruck. Lidy: ,,Al
35 jaar kom ik hier wintersporten. Zonder noemenswaardige problemen. Tot nu
toe dan: ik stond bij de skilift en baf, daar viel ik." Een telefoontje naar
alarmcentrale EuroCross was genoeg om de repatriëring naar Nederland te
regelen. Al moest Lidy wel eerst een paar dagen in een Oostenrijks
ziekenhuis verblijven.

,,Vreselijk vond ik dat", zegt ze, terwijl de taxi zoeft over donkere,
besneeuwde landweggetjes. De ambulancetaxi is tegen het ochtendgloren bij de
luchthaven van Innsbruck. Alleen: hoe moet iemand liggend langs de douane?
De Oostenrijkers zijn erop ingesteld: op het vliegveld is een speciale
ingang voor ambulances. Een douanier komt op het bed van Lidy zitten en
doorzoekt haar. Alles is oké: de ambulancetaxi mag het vliegveld op.

Bij het gipsvliegtuig is het inmiddels een drukte van belang: er staan nog
zeker tien andere ambulances met brekebenen uit Nederland. Een voor een
worden ze aan boord geholpen van het geel-paarse vliegtuigje van Tyrol Air
Ambulance. Dan is Lidy aan de beurt. Ze belt nog even snel met haar familie:
die is inmiddels per auto vertrokken naar Nederland. Als iedereen aan boord
is, stijgt het vliegtuigje op.

De andere 12 pechvogels doen hun verhaal. Uit de skilift gevallen, overreden
door een roekeloze skieër, dat werk. Ondanks alle ellende heerst aan boord
een vrolijk sfeertje. Zo van: we zijn gelukkig bijna weer thuis. Tegen elven
landt het vliegtuig op Rotterdam Airport waar al een ambulance klaarstaat
die Lidy naar Hensbroek brengt.

De Oostenrijkers vliegen daarna weer terug naar Innsbruck om diezelfde dag
een nieuwe lading brekebenen naar huis te brengen. Lidy - die nog een week
of drie liggend door het leven moet - is vol lof over de geboden hulp. Maar
om nou te zeggen dat ze voorgoed is genezen van het wintersportvirus, nee.
,,In februari ga ik weer, als alles dan weer goed gaat, tenminste.’’

bron:AD.nl




Powered by ScribeFire.