donderdag 22 november 2007

Vakantieland Italië


Het mediterraanse klimaat zorgt ervoor dat veel Nederlanders graag de zomer doorbrengen in Italië. Ook maken de lange kustlijn, de grote meren en de uitgestrekte berglandschappen maken Italië tot een geliefd vakantieland. Een onderbelichte zijde van Italië is haar falende natuur- en milieubeleid. Zo dreigt een groot deel van Zuid-Italië binnen 20 jaar woestijn te worden.

Landschap
Italië bestaat voor 78 procent uit heuvels en bergen, waarvan velen hoger zijn dan 1000 meter. Bekende bergen zijn de Vesuvius bij Napels en Etna op Sicilië. Beide bergen zijn vulkanisch.

Flora
Een groot deel van Italië, zo'n 23 procent, is bedekt met bossen. Typische mediterraanse bomen zoals pijnbomen, olijfbomen, cipressen en zeedennen groeien langs de kust. In het hooggebergte groeien voornamelijk berken, lariksen en diverse soorten sparren en dennen.

Fauna
Bijzondere diersoorten in de Italiaanse Alpen zijn de gems, steenbok en alpenmarmot. Het grote wild is zeer bedreigd in zijn voortbestaan; bruine beer en wolf zijn zeer zeldzaam geworden. Wellicht is de zeldzame monniksrob nog aan de kusten van Italië te vinden. De vogelwereld wordt sterk bedreigd door de vangst in de trektijd in voor- en najaar. Naast sterke druk van de jacht heeft ook de ontbossing, reeds ver gevorderd in de Romeinse tijd, tot het zeldzaam worden van vele soorten bijgedragen.

Natuurbeheer
Italië heeft geen goede reputatie op het gebied van natuurbeheer. Door de eerdergenoemde ontbossing en overbegrazing zijn grote delen van het land veranderd in een woestenij, waar nog weinig dieren kunnen leven. Trekvogels werden jarenlang massaal geschoten. Aan de vergiftiging van meren, rivieren en de zee werd niet al te zwaar getild en de stukjes natuurgebied en beschermd landschap werden volgebouwd met illegale betonconstructies.

Gelukkig heeft er de laatste tientallen jaren een mentaliteitsverandering plaatsgevonden en is het milieubesef enorm toegenomen. Daarmee is de natuur in Italië nog niet gered, maar het gaat de goede kant op.

In Italië hebben nu 22 gebieden officieel de status van Nationaal Park. Bij elkaar beslaan deze parken een oppervlak van meer dan anderhalf miljoen hectare, ongeveer 5 procent van het totale oppervlakte van het land. Hoewel men beweert dat in die gebieden de natuur voorrang krijgt, rukken ook daar beton en asfalt op.

Milieubeleid
Italië loopt in Europa achter als het gaat om oplossingen voor milieuvraagstukken. Na jaren van te weinig aandacht in het regeringsbeleid, vooral te wijten aan Berlusconi, heeft de regering Prodi in haar begroting van 2007 ruim 3 miljard euro uitgetrokken om een inhaalslag te kunnen maken.

In vergelijking met andere Europese landen wordt in Italië nog relatief weinig afval gerecycled; ook energieterugwinning komt nog niet op grote schaal voor. Veel afval komt nog steeds op de afvalstort terecht; in Nederland vindt dit nauwelijks meer plaats. Zo is de invoering van de Europese maatregel over de omgang met afgedankte elektrische en elektronische apparaten op de lange baan geschoven.

Vanaf 1997 tot 2007 maakte duurzame energie slechts 15,3 procent uit van het nationale energieverbruik. Dit percentage ligt ver onder het gemiddelde van Europa; de Europese doelstelling voor 2010 is 25 procent.

Tot slot is ook de woestijnvorming een belangrijk en urgent milieuprobleem. Een groot deel van Zuid-Italië dreigt binnen 20 jaar woestijn te worden en op dit moment wordt veel aan onderzoek gedaan om nieuwe technologieën en systemen te ontwikkelen om dit tegen te gaan.

bron:vroegevogels.vara.nl

Alpenweerpraat: veel sneeuw in Italië


Gisteren kwam vanuit Frankrijk flinke sneeuwval opzetten, dankzij een grote portie onstabiliteit die eerder deze week in Spanje voor veel regen zorgde. Met de zuidelijke stroming heeft de neerslag inmiddels een groot deel van de Italiaanse Alpen in zijn greep. Tot en met morgen kan op sommige plaatsen meer dan een meter sneeuw vallen. Ook het Zwitserse Tessin ten zuiden van de Alpenhoofdkam en de Zuidfranse Alpen vallen goed in de prijzen.
De sneeuwgrens is echter stijgende waardoor vooral de hogere gebieden (boven 2000m) hier van profiteren. Het westen van Italië vormt hierop een uitzondering omdat de temperatuur hier gisteren (en ook vandaag nog) beduidend lager lag zoals hier Sauze d'Oulx (Piemonte).

Morgen en zaterdag krijgen de Dolomieten, Ost-Tirol en het westen van Karinthië de volle laag met zware sneeuwval. Eerst ligt de sneeuwgrens op zo'n 2000m, later daalt deze naar ongeveer 1400m. Dit heeft alles te maken met het, inmiddels vertrouwde, Britse hogedrukgebied dat de wind in de loop van zaterdag weer naar noorden laat draaien. Daarmee dringt koelere lucht de Alpen.

Dit is de voorbode van spannende tijden voor de alpennoordzijde want hier heeft de föhn veel 'schade' aangericht. Stormachtige winden teisterden het sneeuwdek in grote delen van Oostenrijk en Zwitserland. Een ongelofelijke wind- (of föhn)stoot van 122 km/uur werd geregistreerd in Garmisch-Partenkirchen. Op bergtoppen is dit niet ongebruikelijk, maar voor een dal op slechts 705m hoogte is dit zeer uitzonderlijk.

Bron:wintersport.blog.nl