De tien geboden van De Salvamont Bergreddingsdienst

TIEN GEBODEN

1 Bergen zijn sterk, u bent zwak. Wees er zeker van dat u voorzien bent van alle mogelijke geestelijke, morele en materiële uitrusting.
2 Ga alleen op pad in een perfekte lichamelijke toestand. Ga niet door tot u uitgeput bent. Eet vaker, maar in kleinere hoeveelheden.
3 Incomplete uitrusting kan je leven in gevaar brengen. Neem touw mee!
4 Ga niet alleen. Geef de geplande route en de globale terugkeertijd door in uw gastverblijf.
5 Begin niet aan uitdagingen die uw kennis en uitrusting te boven gaan.
6 Houd rekening met mogelijke weersveranderingen. Wees vertrouwd met het gebruiken van het noodsignaal.
7 Er is geen enkele berg of route geheel veilig. Vooral bij (veel) sneeuw is het gevaarlijk in de bergen.
8 Ga niet van de paden af vanwege duisternis of slecht weer. Vergeet niet dat na een zware dag uw concentratie uitgeput kan raken.
9 Een echte (berg)wandelaar zal wijs, rustig en voorzichtig zijn, maar ook moedig en met respect voor de bergen.
10 Heb respect voor je medewandelaar en laat hem of haar nooit alleen achter; niet in gevaar of in welke omstandigheden dan ook.

bron:De SALVAMONT Bergreddingsdienst

Zuid-Tiroolse apfelstrudel

Zuid-Tiroolse apfelstrudel
Zeef de bloem boven een kom en meng ei, zout en olie erdoor. Kneed het deeg met één hand en voeg met de andere hand beetje bij beetje water toe totdat het deeg de juiste consistentie heeft. Kneed het deeg met beide handen stevig door elkaar totdat het glad en soepel is. Vorm er een bal van en laat deze een half uur rusten. Schil in de tussentijd de appels, verwijder de klokhuizen en snijd ze in dunne schijfjes. Rooster de broodkruimels in de boter lichtbruin. Rol het deeg op een met bloem bestoven doek met de deegroller uit. Trek de deeglap over de rug van de hand en rol het deeg vanaf het midden verder uit totdat het flinterdun is. Bestrijk het deeg met een deel van de gesmolten, lauwe boter. Bestrooi 2/3 van het deeg met de geroosterde broodkruimels, verdeel de appelschijfjes, suiker, kaneel, citroenschil, rozijnen en pijnboompitten over het deeg. Rol de strudel met de vulling vanaf de zijkant op met behulp van de doek. Leg de strudel op een ingevette bakplaat, bestrijk hem met de rest van de boter en bak hem in ca. een half uur in een voorverwarmde oven op 220 °C (180 °C heteluchtoven) gaar. Bestrooi de strudel met poedersuiker en serveer hem nog lauwwarm.

Ingrediënten voor het deeg:
250 g bloem
1 ei
2 el olie
1/16 l water
een snufje zout

Ingrediënten voor de vulling:
1 kg appels (bijv. Gravensteiner of Golden Delicious)
150 g broodkruimels
150 g boter
90 g suiker
50 g rozijnen
50 g pijnboompitten
100 g gesmolten boter om het deeg mee te bestrijken
kaneel, citroenschil